Trillingen bij het aangrijpen van de koppeling

Trillingen bij het aangrijpen van de koppeling, de zogenoemde. koppeling schokt, kan optreden in het geval van b.v.. vastlopen van de koppelingsschijfnaaf op de as, schade aan de frictievoeringen, schade aan de schokdemperveren in de koppelingsplaat, kromtrekken van de drukplaat, enz..
Onvolledige ontkoppeling van de koppeling kan het gevolg zijn van onvoldoende speling (te veel) op het koppelingspedaal, een vervormde koppelingsplaat of drukplaat, geklede zwarten, onjuiste afstelling van de afsluithendels, vastlopen van de koppelingsplaat op de ingaande as, enz..
Het lawaai van de koppelingsbediening kan worden veroorzaakt door de losse zitting van de koppelingsschijfnaaf op de koppelingsas, breuk of verzwakking van de torsiedemperveren, vastgelopen of gesmeerde druklager van de koppeling, versleten of niet-gesmeerde aslagers, enz..
Een te snelle slijtage van de frictievoeringen kan worden veroorzaakt door een storing die het slippen van de koppelingsplaten en onjuiste behandeling veroorzaakt. Rijden op de zogenaamde. halve koppeling, voet op het koppelingspedaal houden tijdens het rijden, te vaak ontkoppelen en te langzaam inschakelen van de koppeling veroorzaakt snelle slijtage van de frictievoeringen.
Ook verzwakte drukveren, een vervormde koppelingsplaat of drukplaat, onjuiste afstelling van de koppeling kan snelle slijtage van de frictievoeringen veroorzaken.